achtergond_genethica3.png

Zoek zoek

Gentech zit hoofdzakelijk in die producten waar de consument het niet kan controleren

Sinds april 2004 kunnen we de plantaardige gentech-ingrediënten aan het etiket herkennen. Met de microbiële gentech-ingrediënten was dat bijna ook gebeurd, maar de producenten maakten bezwaar – en de Europese Commissie gaf daar gehoor aan door deze producten te schrappen uit de wet die ze opgesteld had voor gentech-voedsel. Ook andere voedingsmiddelen waarin gentechnologie gebruikt is, blijven vooralsnog buiten de etiketterings-verplichting. Bovendien is er geen afdoende controle op illegale (= niet toegelaten) gentech-voedingsmiddelen die ons land binnenkomen.

In welke voedingsmiddelen is nou gentechnologie gebruikt? We kunnen vijf categorieën onderscheiden:

Voedingsmiddelen met plantaardige gentech-ingrediënten = voedingsmiddelen waarin olie, eiwit, meel, lecithine of andere ingrediënten uit gentech-soja, gentech-maïs, gentech-koolzaad of gentech-katoenzaad gebruikt zijn. Ook hele gentech-sojabonen of gentech-maïskorrels kunnen in een voedingsmiddel verwerkt zijn.
Voedingsmiddelen met microbiële gentech-ingrediënten = voedingsmiddelen waarin vitamines, zoetstoffen of andere additieven of aroma’s uit gentech-microben gebruikt zijn.
Voedingsmiddelen die met gentech-hulpstoffen bereid zijn = voedingsmiddelen die bereid zijn met enzymen of andere technische hulpstoffen van gentech-herkomst.
Producten van dieren die gentech-voer hebben gekregen = zuivel, vlees, vis, eieren en honing van dieren die gentech-voer hebben gekregen. In het geval van honing gaat het om bloemen van gentech-gewassen waar de bijen nectar gehaald hebben; de EU beschouwt de nectar ook als diervoer.
Gerechten met gentech-producten in restaurants en andere horeca-gelegenheden. In de gerechten die hier op tafel komen, kunnen voedingsmiddelen uit alle bovengenoemde categorieën voorkomen.

Alleen de eerste groep voedingsmiddelen, die met plantaardige gentech-ingrediënten, moet op het etiket de vermelding “genetisch gemodificeerd” dragen. In de Nederlandse horeca hoeft die vermelding niet op de menukaart overgenomen te worden.

Hoeveel gentech-grondstoffen worden er nu in de praktijk gebruikt in ons voedsel? Als we naar de eerste categorie kijken, zien we dat eind jaren negentig naar schatting 60% van alle samengestelde voedingsmiddelen plantaardige gentech-ingrediënten bevatte. Toen hoefde nog maar een klein deel van die ingrediënten op het etiket genoemd te worden (alleen die welke eiwit of DNA konden bevatten). Toen in 2004 de nieuwe etiketterings-wetgeving van kracht werd en alle plantaardige gentech-ingrediënten vermeld moesten worden, trad hierin een belangrijke verschuiving op: vrijwel alle voedselproducenten in de EU haalden de plantaardige gentech-ingrediënten uit hun producten. Ook importeurs mijden voedingsmiddelen met gentech-soja en dergelijke, want de etikettering geldt tevens voor import-producten. Het gevolg is dat we in de winkels vrijwel geen producten met een gentech-vermelding op het etiket vinden. Dat zegt dus nog niets over het gebruik van de microbiële gentech-ingrediënten, het gentech-veevoer en de gentech-hulpstoffen. In de horeca tasten we nog helemaal in het duister. Duidelijk is wel dat Europese koeien, varkens en kippen nog heel veel gentech-soja en -maïs in hun voer krijgen. Microbiële gentech-ingrediënten (vitaminen e.d.) worden in Europa geproduceerd door bijvoorbeeld het Nederlandse DSM, de Duitse bedrijven BASF en Merck en het Franse Aventis.

Het valt dus op dat in elk geval een deel van de voedselproducenten wel graag gentechnologie wil gebruiken, maar hier niet voor uit wil komen: de stroom gentech-grondstoffen verplaatst zich duidelijk van producten mèt naar producten zònder de verplichting om de consument te informeren. De conclusie is gerechtvaardigd dat vele voedselproducenten er nog moeite mee hebben om open met consumenten te communiceren over gentechnologie.

De gentech-wetgeving beschermt ons bovendien niet afdoende tegen het op de markt verschijnen van illegale gentech-voedingsmiddelen, d.w.z. gentech-voedingsmiddelen die hier niet toegelaten zijn. In 2000 werden in Denemarken en het Verenigd Koninkrijk tortillachips gevonden waarin de niet toegelaten GA21 maïs van Monsanto verwerkt was (Friends of the Earth International, 2002). In 2005 bleek dat de Bt10 maïs van Syngenta, die nergens ter wereld toegelaten is, al vier jaar lang over de hele wereld verhandeld was zonder dat iemand dat ontdekt had: de producent zou hem verward hebben met een maïsvariant die in de VS wel, maar op dat moment in de EU nog niet toegelaten was (GMWatch, 2005a). Ook maanden na deze ontdekking kwam nog Bt10 maïs in Ierland aan (GMWatch, 2005b). Papaya’s die hier uit Thailand geïmporteerd zijn, vers of in geconserveerde fruitmengsels, kunnen besmet zijn met DNA van gentech-papaya’s. Thailand experimenteert daarmee, maar heeft ze zelf ook nog niet toegelaten; ze verspreiden zich echter wel over het land, deels door besmetting van gewone papaya’s (Greenpeace, 2005a). Precies hetzelfde geldt voor rijst uit China (Greenpeace, 2005b). Geen van deze voedingsmiddelen is officieel veilig bevonden voor consumptie door de EU.